EnEV - de energiebesparingsverordening

Elke bouwer die een iets groter huis wil bouwen, zal de term EnEV wel eens tegenkomen.
Deze afkorting staat voor de Energiebesparingsverordening, die door de wetgever is ingevoerd om de energie-eisen van nieuwe gebouwen te reguleren en zo laag mogelijk te houden. Hiervoor moet de ingenieur niet alleen de statica van het huis berekenen als onderdeel van het bouwaanvraagproces, maar ook een berekening maken van de energiebehoefte van het huis.

een standaard berekening van de energievraag...

… bestaat niet!
Deze berekening omvat alle energierelevante factoren die van invloed zijn op het huis, zoals het aantal ramen en buitendeuren, de dikte van de muren, welk verwarmingssysteem je gebruikt, of en welke hernieuwbare energiebronnen zijn opgenomen in het bouwproject. Daarom moet deze berekening altijd individueel worden gemaakt, dus er bestaat niet zoiets als een “standaardberekening van de energiebehoefte”!

Wanneer heb je dit nodig?

Het goede nieuws is: als je alleen een weekendhuis bouwt, hoef je je over het algemeen geen zorgen te maken over de EnEV.
Dit is normaal gesproken alleen nodig als je een woning aanvraagt, je inschrijft bij de politie, het huis meer dan vier maanden per jaar verwarmt, als het huis commercieel wordt verhuurd of als het een openbaar gebouw is of een gebouw dat openstaat voor het publiek.

Gevolgen voor een houten huis

Als de houten woning een woongebouw moet worden, is de houten plank alleen – zelfs met een dikte van 94 mm – niet voldoende. De blokplank van 94 mm komt ongeveer overeen met een kalkzandsteen van 360 mm en isoleert dus behoorlijk goed. Maar omdat het hout is, zijn alle energiewaarden natuurlijk onderhevig aan sterke schommelingen, omdat de boomstam vocht opneemt, weer afgeeft en niet voor honderd procent ondoordringbaar is.
Daarom moeten alle buitenmuren extra geïsoleerd worden. Het dak en de vloer moeten natuurlijk ook geïsoleerd zijn en ramen en buitendeuren met een UG-waarde van 1,1 of minder zijn ook vereist.